Voor iedere werknemer betaal je als werkgever maandelijks WW-premie. Wat is WW-premie? Wat zijn de veranderingen door de WAB? En hoe bereken je de WW-premie? Een handig overzicht.
WW-premie
De WW-premie maakt deel uit van de zogeheten Werknemersverzekeringen. Dit zijn verplichte verzekeringen waarvoor je als werkgever moet betalen voor iedere werknemer die bij jou in loondienst werkt. Ze beschermen je werknemers tegen inkomensverlies, bijvoorbeeld bij ziekte of werkloosheid.
WW staat voor Werkloosheidswet. Dankzij de WW-premies die jij voor een werknemer betaalt, kan hij/zij een WW-uitkering krijgen wanneer hij/zij geheel of gedeeltelijk werkloos wordt. Deze tijdelijke uitkering helpt je werknemer om het verlies aan inkomen tussen twee banen op te vangen.
Tot 2009 was het zo dat de werkgever en de werknemer beiden een deel van de WW-premie betaalden. Tegenwoordig moet jij als werkgever die kosten alleen opbrengen. De premie bedraagt een bepaald percentage van het loon dat een werknemer verdient.
Als werkgever moet je de WW-premie afdragen aan de Belastingdienst via de periodieke aangifte loonheffingen.
Wat is er voor wat betreft de WW-premie veranderd door de WAB?
Door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) op 1 januari 2020 zijn er nieuwe regels voor de berekening van de WW-premie.
Met de WAB wil de overheid werkgevers stimuleren om meer werknemers een vast contract aan te bieden. Daarom hangt de hoogte van de WW-premie nu af van het type arbeidscontract van je werknemer.
Tip:
Als werkgever betaal je een lage WW-premie voor werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract. De minister van SZW stelt de premiepercentages jaarlijks vast.
In 2020 zijn dit de percentages:
Lage WW-premie: 2,94%
Hoge WW-premie: 7,94%
Het verschil tussen de hoge en de lage WW-premie is dus 5 procentpunt.
Met andere woorden: voor een werknemer in vaste dienst met een maandloon van 2.000 euro betaal je 58,80 euro WW-premie per loontijdvak. Heeft diezelfde werknemer een tijdelijk contract, dan betaal je 158,80 euro premie. Een verschil van maar liefst 100 euro!
Lage WW-premie
Er zijn vier concrete situaties waarin je als werkgever altijd een lage WW-premie betaalt voor een werknemer:
- Je werknemer heeft een contract voor onbepaalde tijd (vast contract). Het contract moet schriftelijk zijn vastgelegd en een vaste arbeidsomvang hebben. Het mag dus niet gaan om een oproepcontract.
Let op: Heb je voor 1 januari 2020 iemand in vaste dienst genomen, maar dit nog niet schriftelijk vastgelegd? Dan geldt een overgangsregeling: als je voor 1 april 2020 een arbeidscontract maakt, betaal je alsnog de lage WW-premie.
Gaat het om een tijdelijk contract dat mondeling is omgezet naar een vast contract, dan volstaat een door beide partijen getekende bijlage bij het oorspronkelijke contract. - Je werknemer is jonger dan 21 jaar en krijgt niet meer dan 52 uur per kalendermaand (of 48 uur per vier weken) betaald.
- Je werknemer is een leerling die de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt. Je moet dan wel een schriftelijke overeenkomst hebben met de BBL-leerling, voorzien van een dagtekening.
- Je betaalt je werknemer een uitkering werknemersverzekeringen als werkgeversbetaling(link is external) of als eigenrisicodrager(link is external). Voor deze uitkering aan je werknemer geldt de lage WW-premie.
Hoge WW-premie
Voor alle soorten arbeidscontracten anders dan het dienstverband voor onbepaalde tijd moet je voor je werknemers de hoge WW-premie afdragen. Denk bijvoorbeeld aan:
- tijdelijke contracten
- oproepcontracten (bv. nulurencontracten en min-maxcontracten)
- fictieve dienstbetrekkingen
- arbeidsovereenkomsten zonder schriftelijk contract
- uitzendcontracten met uitzendbeding
Belangrijke aandachtspunten t.a.v. WW-premie
Door de invoering van slechts twee premiepercentages lijkt het WW-premiestelsel onder de WAB een stuk eenvoudiger. Maar pas op! Enkele zaken moet je goed in het oog houden.
Herziening van de lage WW-premie
Er zijn twee situaties waarin je als werkgever verplicht bent een lage WW-premie te herzien en alsnog een hoge WW-premie moet betalen.
- Je ontslaat een nieuw aangenomen werknemer binnen twee maanden, of de werknemer neemt binnen twee maanden zelf ontslag.
- Een werknemer werkt in een jaar meer dan 30 procent extra bovenop de uren die in zijn contract zijn afgesproken. Door de coronacrisis is deze regel niet van toepassing in 2020.
In bovenstaande gevallen betaal je alsnog de hoge WW-premie, met terugwerkende kracht. Je moet dit zelf aangeven in je loonaangifte voor de Belastingdienst. Dit doe je via een zogeheten ‘correctiebericht’.
Wijziging van lage naar hoge WW-premie
Het kan voorkomen dat je een vast arbeidscontract van een werknemer omzet in bijvoorbeeld een oproepcontract. Je gaat dan de hoge WW-premie betalen in plaats van de lage.
Als de contractomzetting plaatsvindt gedurende een loonaangiftetijdvak (bv. halverwege de maand), dan gaat de hoge WW-premie pas in op de eerste dag van het volgende aangiftetijdvak. Dit geldt ook als een werknemer zonder vast contract gedurende een aangiftetijdvak de leeftijd van 21 jaar bereikt.
Twee dienstverbanden: flexibel en vast
Soms heeft een werknemer twee verschillende arbeidscontracten. Bijvoorbeeld een vast contract voor 20 uur per week en daarnaast een oproepcontract met een wisselend aantal uren. In dat geval draag je voor het vaste contract de lage WW-premie af en voor het oproepcontract de hoge WW-premie.
Wijziging loonaangifte
Door de invoering van de WAB is ook de wijze van aangifte van loonheffingen voor werkgevers op 1 januari 2020 op een aantal punten gewijzigd. Meer informatie over de loonaangifte(link is external) vind je op de website van de Belastingdienst.
WW-premie berekenen
Als je eenmaal weet of je werknemer onder het hoge of het lage percentage valt, kun je de WW-premie eenvoudig berekenen. Je neemt het bruto maandloon van je werknemer als basis.
Bruto maandloon X percentage = WW-premie.
Lage WW-premie berekenen
Stel dat je werknemer een bruto maandloon heeft van 3000 euro. Hij heeft een vast contract. Je mag dan het lage percentage van 2,94 procent toepassen. Je berekent de WW-premie als volgt:
€ 3.000 X 0,0294 = € 88,20
Hoge WW-premie berekenen
Stel dat je werknemer een nulurencontract heeft. Je moet dan het hoge percentage van 7,94 procent toepassen. Hij heeft in een maand 2100 euro aan brutoloon verdiend. Je berekent de WW-premie als volgt:
€ 2.100 X 0,0794 = € 166,74
Voorbeelden WW-premie berekenen
De berekening van de WW-premie kan afhankelijk zijn van allerlei factoren. In hoofdstuk 8 van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2020(link is external)van de Belastingdienst vind je een groot aantal berekeningen voor verschillende situaties.